“IK KEN JOU NIET!”

Agressie tussen katten na afwezigheid

 

Je hebt twee katten die voorheen dikke vrienden waren. Nadat één van hen bij de dierenarts of trimmer is geweest is het hommeles. De katten kunnen elkaar niet meer luchten of zien, ze grommen en blazen of erger: er wordt gevochten. Hoe komt dit en belangrijker nog: wat doe je eraan?

 

 

Zo ook bij Odin & Thor. Twee broers die al drie jaar gelukkig samenleefden. De twee katten lagen samen innig verstrengeld, speelden met elkaar, wasten elkaar en zaten in de tuin samen te zonnen. Waar de één was, was de ander. Het leek alsof ze niet zonder elkaar konden.

Het probleem ontstond nadat Odin geopereerd was en een nacht in het dierenziekenhuis moest blijven. De volgende dag gingen ze Odin ophalen en de eigenaren verheugden zich erop de twee broers weer te verenigen. Ze schrokken dan ook enorm toen er, onmiddellijk nadat ze de deur van de reismand openden, er een venijnig gevecht ontstond doordat Thor Odin aanviel. Ze haalden de katten met moeite uit elkaar en houden ze sindsdien gescheiden. Wanneer de katten elkaar nu zien wordt er veel gegromd, geblazen, gekrijst en gespuugd. De eigenaren zijn ervan overtuigd dat Odin tijdens de operatie hersenschade heeft opgelopen en daarom niet meer wordt geaccepteerd door zijn broer Thor.

 

Operatiegeuren

De werkelijkheid ligt anders: het is een typisch voorbeeld van territoriale agressie. Katten zijn territoriale dieren, ze verdedigen hun domein tegen indringers. Odin heeft na zijn bezoek aan de dierenarts operatiegeuren en andere vreemde geuren meegenomen. Omdat katten elkaar grotendeels herkennen door geur reageert Thor bij thuiskomst alsof er een vreemde kat binnenkomt. Bovendien draagt Odin een rompertje om de operatiewond te beschermen, daardoor ziet hij er ook nog eens anders uit wat de herkenning verder bemoeilijkt.

 

Feromonen

Katten communiceren veel door middel van geuren en chemische signaalstoffen; zogenaamde feromonen (zie kader). Het is een effectieve manier van onze viervoeters om over lange tijd en op grote afstand te communiceren met soortgenoten. Daarnaast is het ook communicatie met zichzelf. Iedere willekeurige kat zal geregeld zijn omgeving besnuffelen, hij weet hoe zijn omgeving ruikt en houdt niet van veranderingen. Wanneer er geen veranderingen te ruiken,  en ook niet te horen en zien zijn, geeft dit de kat het signaal: ‘omgeving veilig’. Wanneer er wel veranderingen zijn zal de kat op basis van de emotie van dat moment en eerdere leerervaringen gemotiveerd zijn bepaald gedrag te laten zien. Dit bestaat over het algemeen uit: vluchten, zich verdedigingen, de aanval inzetten of verder onderzoek doen.

 

Het ontbreken van de gezamenlijke ‘groepsgeur’ bij Odin toen hij terugkwam van de dierenarts, maakte dat Thor zijn broer als indringer bestempelde. Katten verwelkomen geen onbekende katten in hun territorium en vertonen gewoonlijk agressie naar vreemden. Dat Odin, zich niet bewust van zijn andere geur, rechtstreeks op Thor afliep maakte de bedreiging voor Thor nog groter. Dit verklaart de heftigheid van het gevecht. In het geval van Thor en Odin ervaarde Odin de emotie angst en de motivatie om de indringer weg te jagen door agressie in te zetten. Dit negatieve leermoment zorgde ervoor dat beide katten de ander als vijand bleven zien waardoor de agressie in stand bleef en de twee broers niet meer in dezelfde ruimte konden verblijven

 

Zag hij niet dat het zijn broer was?

Het is voor ons mensen lastig om ons voor te stellen dat Thor zijn huisgenoot niet visueel herkende. Katten zien vanaf dertig centimeter en na één meter niet scherp meer. Het reukvermogen bij katten is daarentegen vijf keer zo groot als bij mensen. Katten zijn waarschijnlijk in staat om enkele duizenden geuren te onderscheiden. Het is dan ook de groepsgeur, of juist het ontbreken ervan, die voor hen de identificatie van vriend of vijand mogelijk maakt.

 

Katten die goede vrienden van elkaar zijn hebben fysiek contact door met kop, flank en staart tegen elkaar aan te wrijven (allorubbing). Daarnaast zullen ze elkaar misschien ook wassen (allogrooming). Hierdoor wordt de geur van de ene kat op de andere overgebracht en ontstaat er een groepsgeur. Ook katten die in hetzelfde huis wonen, maar minder vriendschappelijk met elkaar omgaan zullen een gezamenlijke huisgeur hebben. De bekende geur betekent; wij behoren tot hetzelfde huishouden. Een groepsgeur betekent: wij zijn vrienden.

In tegenstelling tot het afzetten van feromonen is het maken van een groepsgeur geen bewuste actie. Katten zien het als een bevestiging van het vertrouwen tussen elkaar en het hebben van een vriendschappelijke relatie. Het is lichaamstaal die conflicten vermindert. De geurafzetting heeft tot gevolg dat er minder onderlinge agressie is. Door het aannemen van de geur van de ‘sociale groep’ voelt een kat zich veilig. Het tegenovergestelde, het ruiken van een onbekende geur betekent gevaar.

 

Odin & Thor

Hoe moet dat nu verder met Odin en Thor? De enige manier om deze relatie te herstellen is door middel van een herintroductie. Dit is het stapsgewijs veranderen van de ontstane negatieve associatie met elkaar. Dit kan door de katten ieder in een eigen ruimte – waar ze voorzien zijn van al hun bronnen (voer, water, kattenbak, krabgelegenheid, klimpaal, speeltjes en slaapplek) – eerst tot rust te laten komen. Daarna ligt de oplossing in het opnieuw wennen aan elkaars geur, het vermengen van de geuren, het elkaar weer zien; eerst met een afscheiding en daarna zonder. Dit alles terwijl de katten iets heel lekkers krijgen of er andere leuke dingen gebeuren zoals spel of het krijgen van een geurspeeltje. Hierdoor merken ze dat er in de aanwezigheid van de ander leuke dingen gebeuren. Zo wordt in de herintroductie de negatieve associatie die ontstaan is tussen Odin en Thor vervangen voor een hernieuwde positieve associatie.

 

Voorkomen is beter dan genezen

Het beste is ‘t om zo’n vijandige situatie te voorkomen. Een oplossing kan zijn om van huis meegebracht dekentjes van de kat(ten) in een plastic zak mee te nemen als je de kat ophaalt bij de dierenarts. Tijdens het vervoer van de patiënt terug naar huis kan er één in de reismand neergelegd en de ander over de reismand. Zo neemt je kat tijdens de terugreis de geur van thuis weer aan.

Waren er  niet eerder nare ervaringen na een dierenarts- of trimbezoek, laat je kat bij thuiskomst dan nog eventjes in de reismand zitten en observeer hoe de andere kat reageert. Zijn er geen angst- of agressiesignalen, zoals blazen, grommen of uithalen te zien laat de patiënt dan uit de reismand. Blijf er voor de zekerheid nog een minuut of vijf tot tien bij om zeker te weten dat het goed gaat.

 

Is er wél angst of agressie bij een van de katten te zien of zijn er, zoals in het geval van Odin en Thor, in eerdere situaties gevechten ontstaan, breng de kat dan naar een aparte kamer en stel de hereniging uit totdat de uithuizige kat alle vreemde geuren is kwijtgeraakt. Heeft de kat een narcose gekregen wacht dan tot deze helemaal is uitgewerkt zodat hij zich ook weer normaal gedraagt. Draagt de kat een rompertje of kap laat de thuisgebleven kat dan op afstand wennen.

 

Een tweede reukorgaan

Naast geuren geven katten ook feromonen af. Dit kan op een viertal manieren: met lichaam en kop, door te krabben, door te sproeien en door het achterlaten van onbegraven uitwerpselen. Feromonen zijn chemische signaalstoffen die katten gebruiken om met andere katten te communiceren. Mensen kunnen deze feromonen niet waarnemen. De geuren geven onder andere informatie over de leeftijd en het geslacht van de kat, maar ook over zijn emotionele toestand en zelfs het tijdstip waarop de boodschap is achtergelaten. Zo bakenen katten bijvoorbeeld hun territorium af om anderen duidelijk te maken: hier ligt de grens. Zo kunnen gevechten worden vermeden. Feromonen worden ook gebruikt om anderen aan te trekken. Een krolse poes laat feromonen achter om aan te geven dat ze in de stemming is om te paren, een ongecastreerde kater laat weten dat hij in de buurt is om te paren. Het ruiken van feromonen in gesproeide urine van een indringer kan juist een signaal zijn dat de kat op zijn hoede moet zijn voor mogelijk gevaar. 

Katten bezitten een tweede reukorgaan dat ze in staat stelt deze signaalstoffen op te vangen: het orgaan van Jacobson of het vormonosaal orgaan. Dit orgaan bevindt zich in het gehemelte van de bek. Wanneer katten deze signaalstoffen opnemen zie je dat de bovenlip wordt opgetrokken en het bekje eventjes halfopen staat. Dit heet flehmen. De feromonen worden op dat moment in speeksel opgelost en de tong duwt het speeksel richting het orgaan van Jacobson zodat ze kunnen worden opgenomen en voor de kat te ‘lezen’ zijn. De geuren worden geanalyseerd waarna de kat zijn gedrag op de boodschap aanpast.

Dit artikel is verschenen in Kattenmanieren.

 


LOCATIE

 

Claudia van der Linden

Vossenstraat 5

3817WH Amersfoort

 

KvK nr. 83301593

 

 

NEEM CONTACT OP

 

 

VOLG ONS

 

 

 

Instagram

Facebook

WERKZAAM ALS GEDRAGSTHERAPEUT KAT BIJ:

 

ERKEND DOOR